Vijf gouden winterbanden tips

Het is weer tijd om de zomerbanden te demonteren en de winterbanden eronder te laten zetten.

Naast de argumenten om dit tijdig te doen (u kent ze vast), meer grip en dus veiliger rijden, minder slijtage bij gebruik van het juiste type band, zagen we op de site van de ANWB een aantal tips die we u niet willen onthouden.

Tips

1. Na uitgebreide testen is de ervaring is dat de hogere snelheidscoderingen (zoals V tot 240 km/h en W tot 270 km/h) duidelijk inboeten in de sneeuw. Door te kiezen voor T (tot 190 km/h) of H (tot 210 km/h) kom je verder in de sneeuw.
2. All seasonbanden zijn gevoeliger voor hoge en lage temperaturen dan de echte zomer- en winterbanden. Bij zowel hoge (25 – 30 graden Celsius) als lage (-10 – -15 graden Celsius) nemen de prestaties snel af. Dit is wel iets om rekening mee te houden zowel bij aanschaf als ook in gebruik (rijstijl, snelheid, volgafstand aanpassen).
3. Veel geteste all seasonbanden en ook de brede winterbanden (225) hebben niet al te grote reserves als het aankomt op aquaplaning. Wel iets om in het achterhoofd te houden want dit bepaalt ook hoe goed er omgegaan wordt met de sneeuwpap die op de weg ontstaat na strooien of dooien.
4. Veel van de eigenschappen van een auto die we belangrijk (korte remweg bij noodstop) of juist irritant vinden (bij rechtuit rijden continu kleine stuurcorrecties nodig) hebben een oorsprong in de banden. Kijk voor de aanschaf van banden goed naar de eigen wensen, rijstijl en gebruik. Veel all seasonbanden hebben forse tekortkomingen ten opzichte van zomerbanden onder de meest voorkomende rijomstandigheden, bij droog en bij nat weer. Als je op voorhand al weet dat vaag sturen of weinig grip je irriteert, begin er dan niet aan.
5. Reken voor de seizoensgebonden wissel van zomer- en winterbanden op de maanden april en oktober. Als u de banden laat wisselen plan dan tijdig een afspraak in.